zondag 27 maart 2005

Woestijnwandelervaring

De Ermita waar ik gisteren heengeklauterde, bestaat uit een groot wit kruis, en een altaartafel van beton, op een vlak stukje vlak bij de top. In de voorafgaande nachten waren er nachtwaken geweest, en kerkdiensten van de katholieken. Toen ik omhoog klauterde, kwam ik helpers tegen die de witte vlaggen opruimden, en ik zag een groepje een groot kruis naar beneden zeulen.
Surrealistisch!!
De foto die ik er van maakte, lijkt te zijn weggelopen uit een film van Ingmar Bergman.
Vanaf de voet van de helling had ik één uur gerekend voor de klim tot 600 meter hoogte. Daar begint de --tamelijk vlakke-- pampa, waar de verlaten mijnen liggen. Ietsje lager, aan het eind van de helling, lag de Ermita. Maar de klim duurde twéé uur!
Hoezo? Het was heel rul droog zand, zoals duinen in een lange droge zomer. Iedere stap omhoog resulteert in "de helft" omdat je voet wegzakt. Het was steil, de wind werd steeds warmer, en het zoute zweet druppelde uit mijn snor. Ik merkte goed dat ik mijn dagelijkse "400 treetjes" van La Gomera twee maanden lang niet had beoefend. Gelukkig had ik dagelijks het "rulzandwandelen" op het strand beoefend. Als ik pas terug ben op La Gomera, haal ik die "400 treetjes" niet in één rush, en dan concentreer mij op "hou-vol trajectjes" van 20 --of soms maar 10-- stapjes. Dat deed ik nu ook, en ontliep op die manier tevens het moedeloosmakende wegzakken bij iedere stap.
Ik had water genoeg bij mij, maar aan mijn lichthoofdigheid merkte ik een gebrek aan zout. Lesje voor de volgende woestijnwandeling! Aan het eind van de klim voelde ik mij opeens thuis. Het werd steiler, maar ook rotsiger. Ik voelde weer stevige bodem, en een stap was een stap-zónder-korting-van-50-procent. Ik zag wel rutsch-gevaar, en ik vroeg mij af hoe ik hier straks veilig naar beneden zou komen. Het uitzicht op zeshonderd meter hoogte was imposant.
Iquique is een volgebouwd "strand" van twee kilometer diep, en zes kilometer breed. Alleen via de zee en vanaf de pampa kun je er komen. Het probleem van de terugtocht loste zich ook op: Ik moest nog een eindje hoger klauteren. Daar had ik meteen een geestverruimend uitzicht naar het Oosten, over de vlakke pampa. Een eindje verder was een "trog" van heel fijn zand waardoor de wind naar boven kwam. Het allerfijnste zand bovenaan, zodat het bijna drijfzand was. Ik zakte er tot mijn kuiten in, en met zeven-mijlsstappen ging ik naar beneden.
Opeens was er een verraderlijk rotsblok. Mijn voet zakte opeens *niet* veilig weg. Gleed uit! Dat kwam mij te staan op een paar schrammen. Naar boven klauteren is daar onmogelijk. Op een stap omhoog krijg je 150 procent korting! Maar zo was ik wèl in twintig minuten beneden. Plus een aantal "woestijnwandelervaringen" rijker.